De schoonheid van verschil
Een paar dagen geleden was ik met mijn oudste vriendin en haar moeder in de Hortus Bulborum, in Limmen. Dat is een bijna honderd jaar oud ‘archief’ van voorjaarsbollen. Meer dan vijfenveertighonderd soorten bollen hebben ze daar, uit een periode die inmiddels al meer dan vier eeuwen beslaat: de oudste dateert uit 1577. De tuin is daarmee uniek in de wereld. Elk voorjaar kun je er gedurende zo’n zes weken terecht om al die historische crocussen, hyacinthen, narcissen, tulpen en fritillaria’s te zien bloeien. Alles liefdevol onderhouden en toegankelijk gemaakt door vrijwilligers.
Het is zo’n verborgen schat, waar je een uurtje of uren zoet kunt zijn, afhankelijk van hoe vaak je met je camera op je knieën gaat om te proberen de schoonheid van een Poetica, Persica of Perfecta in een plaatje te vangen. Of juist het mooiste overzicht van de kleine veldjes met allerlei verschillende bollen. Want daarin verschilt de tuin van al die gewone bollenvelden: er zijn wel veldjes, maar geen eindeloze rijen van dezelfde kleur of soort. Tulpen staan wel bij tulpen, narcissen bij narcissen, fritillaria’s bij fritillaria’s, dus in die zin is er eenheid. Maar de kracht van de schoonheid van de Hortus zit hem erin dat de veldjes de enorme diversiteit van de soort laten zien. Van kleine, wilde tulpjes tot hoge enorme die eruit zien als puddinkjes of ballonnen. Enkelbladige, dubbelbladige, gefranjerde en strakke randjes, met of zonder strepen, strak rood of een subtiel kleurpalet van geel, roze, abrikoos. Een geheel van verschillen, waarin de vorm en kleur van de ene die van de andere extra doet uitkomen. Een vrolijk kleurtapijt waarin ieder zijn eigen plek heeft.
De dag erna zat ik met een groep van negen mensen in een ikigai-workshop. Negen totaal verschillende mensen, met elkaar aan één tafel verenigd in hun eigen, individuele ontdekkingstocht naar hun ikigai*. De kracht van het samen, goeddeels in stilte, bezig zijn brengt ieder dichterbij die goed verscholen ikigai dan ieder alleen voor zichzelf zou kunnen. Tegelijk is ieder er voor zichzelf mee bezig en zitten er aan het eind negen verschillende mensen met negen verschillende ikigai’s. Net zo’n vrolijk gekleurd ‘tapijt’ als van de tulpen in de Hortus. Diezelfde harmonie van eenheid en verschil.
Het doet me denken aan een voorval uit mijn middelbare schooltijd. We zouden met onze klas op werkweek naar Rome. Een paar meiden stelden voor dat we allemaal hetzelfde t-shirt zouden dragen – in die tijd was een bepaald soort gestreept shirt erg hip. In eerste instantie zag ik daar niet zoveel in: we zaten wel in dezelfde klas, maar zo’n eenheid waren we nu ook weer niet. Het duurde een tijdje, een paar meiden verschenen op school in zo’n shirt, iemand kocht er een in een andere kleur. En zo ontstond het toch: het zelfde soort shirt, ieder in zijn eigen kleurstelling, verscheidenheid in de eenheid. Een geheel met eigenheid. En tot slot een fantastische werkweek.
Ergens bij horen, deel uitmaken van een groep, en jezelf zijn. Er lijkt soms een flinke spanning te bestaan tussen die twee. Alsof het deel uitmaken van een grotere groep, een groter geheel, de eigenheid bedreigt of zelfs teniet doet. Of andersom: de eigenheid de eenheid bedreigt. De tulpenveldjes in de Limmense Hortus, de ikigai-workshop, de werkweek uit mijn jeugd – ze laten zien dat eenheid en verscheidenheid elkaar niet hoeven tegenstreven. De eenheid omvat de verscheidenheid, de verscheidenheid geeft de eenheid vorm en kleur. Wordt verscheidenheid uitgeroeid, dan ontstaat geen eenheid, maar uniformiteit. Daar moet je wel mee oppassen. Dan moet alles in dezelfde kleur en vorm, moet je allemaal hetzelfde denken en doen, ontstaat ‘groupthink’ en blinde vlekken. Gelukkig is zulke uniformiteit bijna niet voor elkaar te krijgen, zelfs niet bij bollen, zeker niet bij mensen. Gelukkig, want in verscheidenheid ontstaat ons leven, en onze wijsheid.
Koesteren dus, die verscheidenheid. Koesteren die Hortus, die het ons laat zien. Met alle kracht van haar schoonheid.
*ikigai is een japans begrip, te omschrijven als: datgene wat je in relatie tot de wereld en mensen om je heen ten diepste drijft.